Vertaalde poëzie bij ‘Ons Erfdeel’

Ons Erfdeel/The Low Countries liet vorig jaar een gedicht van mij vertalen naar het Engels door  poëzievertaler Paul Vincent. Zij kozen voor het gedicht ‘Een eigen oceaan’, dat ik eerder publiceerde in het Vlaamse poëzietijdschrift Het Liegend Konijn. Ik schreef het gedicht in 2018, in opdracht van het Nederlands Symfonie Project bij het Vierde Pianoconcert van Rachmaninov.

De vertaling werd gepubliceerd in vaste rubriek ‘Friday Verses’ op de website van Ons Erfdeel, waar ook de Nederlandse versie te lezen is.

An Ocean of its Own

I did not know I would be gone
forever when I left
when the century was almost over
in which jazz and a little later the two
of you were born, in the midst of
the murderous storm which in this corner
of the world, where I arrived,
would provide a few decades
of care, a conscience we could
not guarantee for long since
a new set of czars arose
new and different, yes, I call it evil,
and people are seduced again
they have forgotten the storm.

I left home as one does
could not know we wouldn’t be able
to talk anymore, that the two of you
were in fact already my children, that I would bear
a child of my very own, its eyes
yours, father, its love of summer fruit
yours, mother.
I went away. What lay between
us obtained its own measure,
an ocean of its own.

Wiegelied voor de stad in NRC

Het gedicht ‘Wiegelied voor de stad’ schreef ik al ruim een jaar geleden. Op zaterdag 12 oktober jl. stond het in de Amsterdambijlage van NRC. Een passende plek.

Lezing in de Leidse Hortus Botanicus

Woensdag 25 september geef ik een lezing in de Hortus Botanicus van Leiden. Aanleiding: mijn werk  als initiatiefnemer van de Wolkerstuin op Amstelglorie. Het programma in de hortus maakt deel uit van een groter programma rond Wolkers in Leiden. Ik zal vertellen over Wolkers’ liefde voor zijn volkstuin, een liefde die voor mij als volkstuinder en schrijver erg herkenbaar is. Ook vertel ik hoe we op Amstelglorie de tuin en het huisje van Wolkers, die er tuinierde van 1972-1980, in ere hebben hersteld. Onder meer door alle plantennamen uit zijn dagboeken te vissen en door bepaalde planten terug te halen uit zijn tuin op Texel, of opnieuw te kopen.

Tuinieren en schrijven omringd door een tuin, het is een beproefd recept. Vandaar dat we van de Wolkerstuin ook een gastschrijversverblijf hebben gemaakt.

 

De Wolkerstuin op Amstelglorie. (Foto door Rob van Essen)

 

 

 

Wegens succes verlengd

In een tweede reeks cursusbijeenkomsten in Huis de Pinto gaan we weer veel poëzie lezen en bespreken. Dit keer gaan we aan de hand van thema’s aan het werk. In het midden van de cursus verwelkomen we schrijver en poëzieliefhebber Thomas Verbogt en dichter Mustafa Stitou  als gasten. Zij zullen hun eigen favoriete gedichten met ons zullen delen en bespreken.

  • 10 januari: melancholie en vergankelijkheid
  • 14 februari: liefde (gast: Thomas Verbogt)
  • 14 maart: lichtheid en humor (gast: Mustafa Stitou)
  • 11 april: eigen inbreng van cursisten

kosten voor de hele reeks 50 euro | kosten voor een losse avond 15 euro
maximaal 15 deelnemers | reserveren via salon@huisdepinto.nl

 

Het plafond in de leeszaal van Huis de Pinto waar(onder) de cursus plaatsvindt.

Verlangen

Ik werd geboren in de langste nacht. Eigenlijk moet de winter dan nog beginnen. Toch voelt het voorjaar vanaf die dag al dichterbij. De dagen worden langer in plaats van korter en ik ga halsreikend uitkijken naar het langzame ontwaken van mijn tuin en bosjes zoals deze. Door mij geteeld en geplukt, gefotografeerd door Herman van Bostelen. Het flesje vond ik ooit bij een verlaten boerderijtje in Oekraïne. Ik vermoed dat er medicijnen in hebben gezeten. Nu zit er een ander soort medicijn in.

Optreden met Nederlands Symfonie Project

Op vrijdag 24 en zaterdag 25 augustus trad ik op met een nieuwe gedichtencyclus speciaal geschreven voor het Nederlands Symfonie Project.

  • Vrijdagavond 24 augustus in de Eusebius kerk in Arnhem,
  • Zaterdagavond 25 augustus in De Duif in Amsterdam.

Een speciale selectie van conservatoriumstudenten speelde stukken van Hendrik Andriessen (Ricercare), Rachmaninov (Vierde Pianoconcert) en Sjostakovitsj (Vijfde Symfonie). Dansers van het ArtEZ conservatorium in Arnhem toonden een choreografie bij Ricercare. Ik droeg bij ieder stuk een gedicht voor, met als overkoepelend thema isolement. De drie gedichten reageren op de verhalen over het ontstaan van de muziekstukken en werden een soort persoonlijk afscheid van de 20e eeuw.

Mijn speech bij de opening van de Wolkerstuin

Welkom iedereen, welkom Karina en Onno.

De eerste naam die Jan Wolkers aan zijn tuinhuis gaf, in 1972-73 was Het Smolny, naar een instituut voor adellijke meisjes in Sint-Petersburg, dat in 1917 het centrum van de proletarische revolutie werd. Later noemde hij het huisje Manderley, naar een landhuis in een roman van Daphne du Maurrier. Voor wie vanmiddag een rondleiding heeft gehad op de Wolkerstuin, even ter contrast beste mensen: Dit is het Smolny.

Waarom vertel ik dit? Nou hierom:

We zaten in dit clubhuis, in die hoek, in het voorjaar van 2016, nadat we in de krant hadden gelezen dat Amstelglorie door de gemeente Amsterdam was aangemerkt als strategische woningbouwlocatie. Onze huidige voorzitter, Erik Teusink was erbij, Teun van der Keuken, Anne Mariken Raukema, André Nientied. We waren geschrokken maar ook strijdlustig en zaten vol ideeën. Hoe maken we de wereld duidelijk bijzonder en waardevol deze volkstuinen zijn? Hoezeer Amstelglorie van belang is voor de buurt, de stad? Een stuk levende geschiedenis, landschapsgeschiedenis, ecologie, erfgoed? “We zouden een museum, nee een schrijvershuis moeten maken van het voormalige tuinhuis van Jan Wolkers,” riep ik.

Ten strijde
Net als Wolkers in de jaren 70, schrijf ik hier sinds 11 jaar boeken, meer schrijvers zouden dat moeten kunnen doen, vond ik. Alles van waarde hoeft niet weerloos te zijn: ten strijde!
Dat was het begin van de de Wolkerstuin op Amstelglorie. Samen zijn we begonnen om het waar te maken. Er ontstond een bijzondere magie, geluk, misschien. Maria Vlaar kwam bij onze groep, als oud-redacteur van Wolkers van onschatbare waarde vanwege haar netwerk, haar geweldige bestuurlijke ervaring en talent om subsidie aan te vragen. En die subsidies kregen we van het Lirafonds en het Prins Bernhard Cultuurfonds Noord-Holland. Met Hans Levendig onze huisaannemer zijn we het huisje gaan bekijken, vloertegels gaan lostrekken. We zagen het vergeetmenietblauw, dat Jan er veertig jaar geleden op smeerde, nog zitten.

Dorpje van Asterix en Obelix
Maria nodigde Karina Wolkers uit, die tot onze blijdschap ook wilde komen en met ons vele aanwijzingen en herinneringen aan haar voormalige tuinhuis deelde. Hoe zag de tuin eruit, hoe het huisje? Kiki Coumans en ik spitten de dagboeken door op plantennamen, inrichting. Onno Blom, Kester Freriks en anderen schreven over ons project in de krant. En toen zijn we gaan renoveren, bouwen, met een groeiende groep vrijwilligers die zich allemaal verbonden gingen voelen met het “Wolkershuisje” zoals we het hier op het park noemen. Sommigen van deze mensen, zoals Wim Hemker en de familie Wildeboer, hebben Jan en Karina persoonlijk nog gekend. Stuk voor stuk hadden ze goede herinneringen aan hen. Hoe aardig, hoe gewoon én hoe speciaal ze waren. En zo werd Jan Wolkers, postuum, een soort beschermheer van Amstelglorie. Honderdeneen jaar na de Russische revolutie is zijn tuinhuis symbool geworden voor ons kleine verzet, onze strijd voor het behoud van groen in groeiend Amsterdam. Als het dorpje van Asterix en Obelix hielden we stand: tegen het grote geld, tegen het uitsluitend denken in economisch rendement. Volk dat zich landheer voelt ‘op de tuin’, dat zijn wij, en dat was Wolkers.

Graven van pachtgrond
De Wolkerstuin staat daarmee symbool voor onze gezamenlijke geschiedenis en verbondenheid met deze grond, dit bijzondere en prachtige stuk klei en veen in de Amstelscheg. De Wolkerstuin staat voor verbondenheid met de natuur, met elkaar, met de stad en de buurt. Voor alles wat we de afgelopen jaren voor de zoveelste keer uit de klauwen van projectontwikkelaars hebben weten te redden. Dank aan velen hier in de zaal, voor al jullie steun, hulp en inzet bij het realiseren van dit mooie schrijfhuis op ons park. Maria gaat straks al jullie namen noemen.

Wolkers, die zijn tuinhuis zulke adellijke namen gaf, was hier op Amstelglorie een graaf van pachtgrond. En wij Amstelglorianen doen, en zijn, dat allemaal: graven van pachtgrond. Daarover schreef ik in 2015 een gedicht waar ik graag mee afsluit: 

 

Pachtgrond

Wees op de troost
die je beplantte,
waar je verbouwde
een blauwgroene
schuur bouwde waar
je rivierklei, roet
af moet wassen (de uitlaatgassen)
verkeer op je troost
in de oksel van wegen

waar je niet woont maar huist
een plek om te weten
wat er moet gebeuren waar
je vandaan komt, je plaats is
wat je verloor of niet
langer wil weten

ben, wees op die plek
om stekken, lege handen
volle agenda’s de grond
in te steken
verlaten te zaaien, beul
je af, graaf
van pachtgrond om scherven
uit andere eeuwen te oogsten
gedichten
te slapen, te lezen.

(dit gedicht verscheen in het Vlaamse poëzietijdschrift Het Liegend Konijn in 2015)

 

De Wolkerstuin op Amstelglorie

Nadat we hoorden dat Amstelglorie bebouwd ging worden, werd ik een soort van activist voor het behoud van groen in groeiend Amsterdam. In een eerste actiebijeenkomst opperde ik dit idee: een schrijvershuis op ons volkstuinpark en wel op de voormalige volkstuin van Jan en Karina Wolkers. Het idee werd omarmd op het park en door Karina Wolkers. Samen met de hulp van heel veel andere vrijwilligers, financiële steun van het Prins Bernhard Cultuurfonds, het Lirafonds en Amstelglorie zelf, hebben we een prachtig stuk erfgoed opgeknapt en gereed gemaakt voor gastschrijvers en natuureducatie. De bouwplannen op Amstelglorie, in de kop van de Amstelscheg, zijn sinds september 2017 van de baan. Op 3 juni 2018 werd de Wolkerstuin op Amstelglorie geopend.

In dit NRC-stuk meer over de voormalige tuin en tuinhuis van Jan en Karina Wolkers. En waarom ik in mijn ”gloedvolle speech” het park vergeleek met het dorp van Asterix en Obelix. Ik zal binnenkort mijn speech plaatsen samen met foto’s van hoe het huisje en tuin er nu uitzien.

De volkstuin van Wolkers in 1973. (Foto Collectie Wolkers)

Op televisie

Op 1 mei jl. was ik 5 minuten te zien op de Nachtzoen waarin ik iets zei over het verschrikkelijke rangschikken, de meetgekte van deze tijd, en waarom we het tellen zouden moeten staken om de verbeelding en het verdwalen weer een kans te geven.

 

Het Liegend Konijn

Eens in de zoveel tijd mailt de Vlaamse dichter/prozaïst Jozef Deleu mij met de vraag of ik nog gedichten heb voor zijn mooie poëzie magazine, Het Liegend Konijn. Ik ben een trage dichter, maar het feit dat hij werk van me wil hebben zorgt voor de nodige aansporing. Na zo’n bericht van Deleu ga ik kijken in aantekeningen, naar bouwsels, geraamten van gedichten: wat is af, wat kan af, wat moet er nog gebeuren? Is dit het Het Liegend Konijn-waardig? Een grote publicatie met vijf lange gedichten vormde zo de basis voor mijn bundel Rijgen. Daarom ben ik blij dat er weer wat nieuw werk in de wereld staat in het nieuwste nummer van dit bijzondere tijdschrift.

 

On tour met Sanneke van Hassel

Waar

Wat

…hebben een topadvocaat, jonge moeder, klusjesman en oudere hulpverlener met elkaar gemeen?

Ze wonen in de grote stad en in de romans van Sanneke van Hassel en Florence Tonk. Ze bewonen ieder hun eigen ‘bubbel’, leven langs elkaar heen, maar raken ook met elkaar in strijd om ruimte, status, klasse, wereldbeeld. De stad, een plek waar het recht van de sterkste en de rijkste voorop lijkt te staan, maar waar mensen ook gewoon kwetsbare, wezens blijken te zijn, ieder met hun eigen hunkeringen en verleden.

Tonk en Van Hassel praten over wat hen inspireerde tot Stille Grond en IJsheiligen. Ook gaan zij in gesprek met het publiek en beantwoorden vragen.

Ook interesse in een schrijversbezoek?
Neem contact op met Dorine Holman, literair agent.

Tot zover de reacties op IJsheiligen

“In haar tweede roman, een behoorlijk meeslepende geschiedenis, voert Florence Tonk twee broers op die elkaar veertig jaar niet zagen. (…) De toon is luchtig en laconiek, maar er is ook voldoende psychologische diepgang. Het verhaal heeft vaart en er is veel oog voor grappige details. En het is nog spannend ook. Tonk weet de spanning er zelfs zo goed in te houden dat ik de roman maar moeilijk weg kon leggen.” Janet Luis, NRC

“Florence Tonk weet te ontroeren met een verhaal dat actueel, persoonlijk en maatschappelijk interessant is.”  Flow

“In IJsheiligen beschrijft Florence Tonk wat er gebeurt als twee mannen met een totaal tegengestelde levensfilosofie worden gedwongen worden met elkaar in conflict te gaan. (…) Wat IJsheiligen zo bijzonder maakt, is dat Tonk er steeds weer in slaagt de lezer op het verkeerde been te zetten.” ****(vier sterren), Knack

“Au, wat doet dit boek pijn. (…) Wat een rake en goed geschreven observatie van het menselijk onvermogen.” Zin Magazine

“Tonk weet haar karakters op onnadrukkelijke wijze, mooi te schetsen en de spanning mooi op te bouwen.” Noord-Hollands Dagblad

“Het boek wegleggen tijdens het lezen is geen optie, het verhaal zuigt je mee totdat je het boek, na een onverwachte ontknoping, dichtslaat.” ***** (vijf sterren) Hebban.nl

“Tonk schrijft boeiend en haar roman houdt de lezer vast van begin tot eind. Haar taalgebruik is fraai en beeldend, haar karakterbeschrijvingen variëren van treurig tot dodelijk, van star tot liefdevol. Mooi gedaan.” Leeskost.nl

“Waarom ik dacht dat het een prettige weglezer zou zijn weet ik niet, de lieve verstrengelde boompjes op de omslag misschien, de soepele schrijfstijl? Maar het is een verraderlijk onderkoeld geschreven drama over het onvolmaakte leven dat ik u van harte aanbeveel.” Marlèn Nolta, Boekhandel Van Pampus

“Goed opgebouwde en mooi vertelde roman over twee broers die het Bijbelse Kaïn en Abelmotief doen herleven. Florence Tonk is een goede verhalenvertelster en zet enkele keren de lezer op het verkeerde been. Ook zorgt ze voor een relatief verrassende afloop, die je als lezer niet kan voorzien.” Scholieren.com

“Tonk omschrijft in IJsheiligen op een spannende wijze het verschil in rangen en standen binnen de familie en de illusie van vrijheid. De uiteindelijke ontknoping is verrassend en onvoorspelbaar. Een fraaie en boeiende roman! Ik geef het boek 4 sterren.” Lezer op Bol.com

NRC over IJsheiligen

Janet Luis schrijft in NRC (8 september, 2017) een mooie recensie over IJsheiligen:

“In haar tweede roman, een behoorlijk meeslepende geschiedenis, voert Florence Tonk twee broers op die elkaar veertig jaar niet zagen. (…) De toon is luchtig en laconiek, maar er is ook voldoende psychologische diepgang. Het verhaal heeft vaart en er is veel oog voor grappige details. En het is nog spannend ook. Tonk weet de spanning er zelfs zo goed in te houden dat ik de roman maar moeilijk weg kon leggen.”

Zuidas enzo

IJsheiligen wordt getipt in het blad Zie Oud Zuid, wat verspreid wordt in heel Amsterdam Zuid, ofwel dé habitat van Amsterdamse Zuidas advocaten. Tijd dat zij dit boek allemaal gaan lezen. Want zo kun je het plot dus ook beschrijven:

Nacht van de Poëzie

Het is september en dan denk ik altijd aan ‘De Nacht’. En dan bedoel ik de Nacht van de Poëzie, die dit jaar op 16 september zal plaatsvinden. Het hoogst haalbare als het om dichtersoptredens gaat. Ik mocht er in 2014 bij zijn, toen ze voor het eerst in jaren weer terug waren in de beroemde zaal van Tivoli Vredenburg. Nooit voelde ik me meer een popster dan op dat podium in 2014, voor een volle zaal van zo’n 2000 mensen. Drie dagen duurde het, tot mijn adrenalinepeil weer gezakt was.

Podcast met Erik Jan Harmens

Schrijver Erik Jan Harmens maakt mooie podcasts voor de website van de Koninklijke Bibliotheek: literatuurplein.nl. Gisterochtend was hij op bezoek in mijn tuinhuis. Ik zette koffie op het butagasstelletje. Daarna zaten we onder de veranda en Erik Jans voeten bleven nog net droog terwijl we spraken over de levens en drijfveren van Harry en Meindert in IJsheiligen.

Luister hier.

Vier sterren in Knack

Marnix Verplancke van het Vlaamse Knack interviewde en recenseerde me. IJsheiligen kreeg van hem vier sterren.

‘Verraderlijk onderkoeld’

Marlèn van Boekhandel van Pampus op het KNSM-eiland schreeft een hele mooie, originele recensie van IJsheiligen, waarbij ze de roman op een manier samenvat die ik niet zelf had kunnen bedenken, maar die klopt als een bus.

Een jonge vrouw uit een ‘goed milieu’ weet niet hoe snel ze haar kille ouderlijk huis in Bloemendaal moet verlaten en stort zich prompt in een onaangenaam huwelijk. Het is begin 1970 en Nora wil leven naar de hippieachtige geest van de tijd, maar daar is haar man niet van gediend, niks vrijheid en bloemen in het haar. Aalt is een bange, boze man die het Nora betaald wil zetten dat ze hem ooit eens afgewezen heeft en daarna uit medelijden toch met hem is getrouwd.

Ze krijgen een kind, Erik, en enkele jaren erna wordt Meindert geboren, vrucht van een korte zomerliefde. Zodra Aalt doorkrijgt dat er een koekoeksjong in het nest zit heeft hij de ultieme stok om Nora mee te slaan, scheidt onmiddellijk van haar en sleurt Erik als zijn eigendom mee naar zijn ouders. Labiel als Nora is van het onfrisse huwelijk laat ze onmachtig alles gebeuren en zwijgt.

Hoewel Meindert al jong hoort over zijn halfbroer weet hij weinig van hem en waarom hij weggehaald is door zijn vader, zijn moeder kan er niet over praten. Pas veertig jaar later zoekt hij alsnog contact met hem en dan gaat langzaam de doos van Pandora open.

Waarom ik dacht dat het een prettige weglezer zou zijn weet ik niet, de lieve verstrengelde boompjes op de omslag misschien, de soepele schrijfstijl? Maar het is een verraderlijk onderkoeld geschreven drama over het onvolmaakte leven dat ik u van harte aanbeveel.

(recensie door Marlèn)

Goedgekeurd door scholieren.com

Nergens krijg je zo’n uitgebreide recensie als op de website scholieren.com. Recensent Cees van der Pol heeft IJsheiligen enorm grondig gelezen en geeft het boek dit eindoordeel:
“Goed opgebouwde en mooi vertelde roman over twee broers die het Bijbelse Kaïn en Abelmotief doen herleven.  Jaloezie komt daarbij zeker om de hoek kijken. Ook de heldere stijl van Florence Tonk is prettig om je door het boek te leiden.
Florence Tonk is een goede verhalenvertelster en zet enkele keren de lezer op het verkeerde been. Ook zorgt ze voor een relatief verrassende afloop, die je als lezer niet kan voorzien.”

Klasse

Mijn hart maakte een sprongetje bij het lezen van de voetnoot van Arnon Grunberg vanochtend. Over klasse. Over de belangrijke analyse van Pierre Bourdieu, ‘La distinction’ tussen economisch en cultureel kapitaal. Tevens hét gevecht tussen de halfbroers Meindert en Harry in IJsheiligen. Hoe klasse je kan vervreemden, ook al ben je een sociale stijger (en een neoliberaal). Hoezeer dit nog altijd taboe is. Hoe het mensen buiten kan sluiten, en hoe dat etniciteit of andere etiketten overstijgt. En hoeveel spanning dat oplevert, maatschappelijk maar ook individueel.

Meindert gebruikt een vorm van ‘symbolisch geweld’ als hij Harry fijntjes inwrijft dat hij het verschil niet kent tussen Händel en Haydn. Want Harry heeft misschien wel heel veel economisch kapitaal vergaard, maar bitter weinig cultureel kapitaal. En dat kan hij, gezien het milieu waarin hij opgroeide, nooit meer helemaal inhalen. Een van zijn partners op het advocatenkantoor vindt dat ook grappig om te benadrukken: welke Amsterdamse topadvocaat heet er nu Harry en komt uit Harderwijk?

Hoe die complexe onderscheidingsdrift machtsstructuren in de hand werkt, daarover gaat het dus ook in mijn boek. En hoe dat aan het verschuiven is. Want hoe relevant is Händel of Haydn nog als je geen nagel hebt om aan je kont te krabben, en in een volkstuinhuisje woont? Misschien, denk ik al een tijdje, wilde ik met dit boek wel onbewust een ode brengen aan het gedachtegoed van Pierre Bourdieu, die ik als eerstejaars sociologie leerde kennen, met dank aan o.a. professor Abraham de Swaan. Bourdieus theorie over smaak en klasse in het menselijk verkeer, heeft mij nooit meer helemaal  losgelaten. Omdat ik het dagelijks in de praktijk zie gebracht. Misschien ook wel omdat ik opgroeide in twee werelden: een van klassieke muziek en literatuur, en een andere waarin waarde vooral werd uitgedrukt door het dragen van nette, gestreken kleding, een brandschoon huis en een ring met een groeibriljant. En waarin je, als je een studiebol was, hooguit verpleegster werd.

“Bourdieu didn’t argue that cultural inequality creates economic inequality, but that it widens and it legitimizes it.” Aldus David Brooks in de New York Times, in een mooie samenvatting van het werk van Bourdieu. Hij legt ook uit hoe actueel dit is in tijden van Trump.

Klasse. Daar gaat het dus ook over in IJsheiligen en het is een onderwerp dat veelal onbesproken blijft in Nederland, zoals Grunberg vanochtend terecht opmerkte.

Interview in de Opzij van juli

Het tijdschrift Opzij interviewde me voor het julinummer. Ik vertel over mijn fascinatie met klasseverschillen en de muziek in IJsheiligen.

Hier een fragment:

 

Bij de Bruna

Als onbekende auteur word je niet zo snel ingekocht door de Bruna. Je moet dan minstens een grote prijs hebben gewonnen, óf bij de Wereld Draait Door zijn geweest, anders verkoopt het te weinig en blijven ze met teveel voorraad zitten. Dacht ik.

Tot ik een tijdschrift ging kopen en wat auteursexemplaren aan bevriende schrijvers ging versturen bij mijn postkantoor/Bruna. Ik liet, in een ongewoon uitbundige bui, de recensie uit Zin zien, het blad dat ik kwam kopen voor mijn archief. En de eigenaar vroeg meteen: ‘Wil je hier niet liggen? Breng maar een stapeltje, ‘in consignatie’.’ En nu lig ik er dus. Als tip, op drie. En hij gaat klanten vertellen dat het verhaal zich in deze wijk afspeelt en dat de schrijfster er ook woont. Dat schijnt het goed te doen.

 

 

Jitstips tipt IJsheiligen

Volkstuinier, montessorijuf en blogster Jitske Sisma heeft een mooie, persoonlijke recensie over IJsheiligen geschreven op haar blog: Jitstips.

Jitske herkent in het boek veel uit het leven op een volkstuinenpark, maar ook mensen zonder volkstuin kunnen dit boek gerust lezen stelt ze: “Het gaat ook over ouders en kinderen, over mantelzorg, over Amsterdam, over de rol die geld verdienen speelt in je leven, over hoe relaties invloed hebben op de levensloop en over nog veel meer.”