Van alles de waarde: interview

Eind mei werd ik geïnterviewd in de podcast Van Alles de Waarde, door Marianne Thieme en Ewald Engelen voor De Groene Amsterdammer. De naam van deze podcast deed mij natuurlijk meteen denken aan de veel geciteerde regel van de dichter Lucebert: Alles van waarde is weerloos. Maar misschien doet het sommigen ook denken aan het werk van hoogleraar Mariana Mazzucato, waarin zij stelt dat in onze huidige economie het scheppen van waarde veel slechter wordt beloond dan het onttrekken van waarde – zoals de winsten en dividenden voor aandeelhouders, bonussen voor bankiers of het uitwonen van de aarde en natuur. Als maker van literatuur is dit ook een behoorlijke uitdaging, beloond worden voor het scheppen.

Daarom is het zo goed dat er podcasts als deze zijn, met ruimte voor poëzie, inhoud en kritische vragen. Waarom zijn cijfers en spreadsheets belangrijker en ‘meer waard’ dan muziek, taal, of een bos? Ik maak me al langer druk over het obsessieve tellen en meten en het eenzijdig waarde toekennen aan ‘harde zaken’, zoals te lezen is in mijn gedicht ‘Dat alles wordt geteld’ uit de bundel Half Heel (2020):

Dat alles wordt geteld
het meeste wordt berekend
dat we geketend en getekend
door afkomst, stenen, spullen
leningen, voortdurend geschaald en
vergeleken, gefeliciteerd
verweten, uitgescheten worden:
jij wel en jij niet.
En dat heet leven.

In het gesprek lees ik op verzoek van de presentatoren het gedicht ‘Zondag’ voor, ook vertel ik over het boek waar ik nu aan werk, over mijn inspiratiebronnen en over mijn afkomst uit een grote Gelderse tuindersfamilie waarin ik het eerste meisje was dat ging studeren aan de universiteit. Over opgroeien in de stad en op bezoek komen op het platteland, over klasse, vervreemding, een terugkerend thema in al mijn boeken. En uiteraard ook over mijn liefde voor de poëzie.

 

Lezen in de Balie: De wereld van Wigman

In december 2023 las ik in de Balie waar we de presentatie vierde van het boek De Wereld van Wigman, bezorgd door vertaler en essayiste Kiki Coumans.

Ik vertelde over mijn vriendschap met Menno en mijn bewondering voor zijn werk. Ook las ik zijn gedichten ‘Tuincentrum Osdorp‘ en ‘Tot besluit’. Deze mooie middag met veel sprekers en dichters is hier terug te zien (mijn lezing op ca. 1:20).

Een kort fragment uit mijn inleiding:

“Ik lees vandaag twee gedichten van de maatschappijkritische Menno. Het harde, zorgvuldige van zijn beelden en conclusies, zijn worsteling met het postmoderne besef van onze generatie dat alles al eens is gedaan; ik herken het. In zijn werk was hij minstens zo streng voor zichzelf als voor de buitenwereld. Ik bewonder zijn gedichten over de leegte, kilte, hardheid van onze tijd, de afgelopen dertig jaar waarin wij volwassen werden in de neoliberale consumptiemaatschappij. Jezelf als dichter tegelijkertijd bespottelijk en klein voelen maar ook opgelucht aan de zijlijn blijven staan van de weg van zovelen: de hele week ploeteren op kantoor om in het weekend naar het tuincentrum te rijden, of naar het Kaufhaus, consumerend richting de verdoemenis. Aan die zijlijn ook diepe onzekerheid en vervreemding ervaren, en niet in de laatste plaats: schroom over het dichterschap.”

Gedicht op de radio

Dichteres Ellen Deckwitz opent op de radio iedere werkdag met een gedicht en wat duiding, dat doet ze al best een tijd. Begin de dag met een gedicht, hoe fijn is dat.
Onlangs was een gedicht van mij aan de beurt, en wel het titelloze openingsgedicht uit de bundel Half Heel (2021). Deckwitz vond dat mijn gedicht de tijdgeest goed wist te verwoorden. De eerste strofe gaat als volgt:

Almaar de dingen dempen,
wat je wilt delen
uit schaamte verstoppen
wil, zoek zijn, zoek willen
raken, zoek blijven

En natuurlijk deel ik het toch. Dat is de paradox waar je als dichter over nadenkt, mee speelt.
Beluister het hier, in drie minuten:

Over het madeliefje

Een nieuw Kakkerlakje met teksten van Gerbrand Bakker en Marjoleine de Vos, en gedichten van Vrouwkje Tuinman en mijzelf. Met beeld van Julie Tavernier. Het mooie (verstuurbare) boekje is hier te bestellen.

Mij krijg je niet weg van hier
betreed, vertrap, overspoel,
i
k gedij, ik verspreid mij

 

Lezing in Sint Oedenrode

Eind april geef ik een lezing over Het verhaal van Nederland bij Roois Kultuur Kontakt en de bibliotheek in Sint Oedenrode. Op hun website introduceren ze me als volgt:

Florence Tonk geeft een lezing over haar boek Het verhaal van Nederland (2022) dat ze schreef bij de populaire gelijknamige televisieserie. Het is een verfrissend en uiterst toegankelijk relaas over onze geschiedenis van de prehistorie tot nu. (…) Tonk is een enthousiast vertelster en weet de geschiedenis tot leven te brengen.

Naast mijn verhaal over dit geschiedenisboek zal ook mijn overige werk (romans, poëzie) ter sprake komen.

 

Schrijversvakschool

Vanaf 2019 ben ik verbonden aan de Schrijversvakschool in Amsterdam als docent poëzie aan studenten uit het eerste en tweede jaar. Leren schrijven staat voor mij gelijk aan veel lezen. Voor mijn studenten selecteer ik wekelijks werk van Nederlandse, maar ook Poolse, Noorse, Zweedse, Chinese, Zuid-Amerikaanse en Amerikaanse dichters. Om hen aan te zwengelen en zelf raak ik dan ook regelmatig geïnspireerd. In de semesters dat ik doceer, schrijf ik meer poëzie dan anders.

In januari debuteerde een van mijn studenten, Rosanne Michielsen, met haar gedicht ‘Het heeft gesneeuwd’ op het digitaal cultureel platform De Optimist. Zij schreef haar gedicht naar aanleiding van een gedicht van Elizabeth Bishop, ‘Little Excercise,’ dat ik mijn tweedejaars had laten lezen in hun eerste semester. Ik ben dol op het werk van Bishop (ook prachtig vertaald naar het Nederlands door J. Bernlef) en ik ben erg trots op Rosanne en haar mooie gedicht.

Villanellen voor de boekenweek

Voor de jaarlijkse boekenweekbundel van uitgeverij Wereldbibliotheek schreef ik een villanelle. Dat is een zestiende-eeuwse dichtvorm bestaande uit 19 regels waarbij twee regels vier keer terugkeren. Een van de bekendste voorbeelden van een villanelle is het gedicht ‘Do not go gentle into that good night‘ van Dylan Thomas, waarbij de andere terugkerende regel luidt: ‘Rage, rage against the dying of the light.’ Door de herhaling en de rijm krijgen veel villanellen iets stuwends, koortsachtigs.

Mijn bijdrage aan de boekenweekbundel is getiteld ‘De tuin der lusten’. Het is mijn eerste en enige villanelle ooit, maar de vorm en vormdwang beviel me wel. Wie weet maak ik er nog eens een.

Zevende druk!

De zevende druk ban ‘Het verhaal van Nederland’ zat onlangs bij de post. Fantastisch dat het boek zoveel lezers weet te vinden.

Interviewer

Op de stekgrond van mijn eigen schrijverschap, in het leeslekkerland van mijn jeugd: de openbare bibliotheek Wageningen, ging ik op 23 november in gesprek met succesauteurs Erna Sassen en Thomas Olde Heuvelt. Een gesprek over (jeugd)literatuur, vakmanschap, hoe emoties een rol spelen in je werk, evenals het decor van je jeugd. Over taligheid, research en de kunst om de taal en spraak van personages te benaderen.

Nieuw werk in Het Liegend Konijn

Het veelgeprezen literaire tijdschrift, Het Liegend Konijn, onder redactie van Jozef Deleu, bestaat dit jaar 20 jaar. In het tweede jubileumnummer van 2022 dat onlangs verscheen, publiceerde ik drie gedichten. De Vlaamse hoogleraar Literatuurwetenschap en Nederlandse Letterkunde, Dirk de Geest, schreef een recensie op de recensiewebsite Mappalibri. Hij prijst daarin de inzendingen van verschillende dichters als Ruth Lasters, Wiljan van den Akker en Lut de Block. Ook schreef hij dit: “En als ik dan toch één naam speciaal moet noemen: de gedichten van Florence Tonk hebben op mij een bijzonder sterke indruk gemaakt.”

 

 

 

Nieuw verschenen!

De tuin is er altijd, wat je ook bezighoudt. Daarover gaat dit boekje, dat ook een kleine hommage bevat aan mijn grootmoeder Marie. Over wat je in een tuin stopt en er weer uit kunt halen. Ik maakte het voor Uitgeverij Loopvis in hun mooie serie Kakkerlakjes, samen met zeefdrukkunstenaar en illustrator Merlijne Marell die de prachtige illustraties maakte. Kakkerlakjes zijn verstuurbare boekjes van twintig pagina’s tekst en beeld. Een mooi cadeau om op te sturen naar iemand die je dierbaar is. Dit boekje ligt binnenkort in winkels en is ook te bestellen bij Loopvis.

 

 

Recensie ‘Verhaal van Nederland’ in NRC

(Rubriek ‘Iedereen LeestNRC 23-02-2022)

Door Hendrik Spiering

“Een groot voordeel van het boek Het verhaal van Nederland boven de gelijknamige populaire tv-serie is dat je niet voortdurend al die ernstige gezichten ziet bij de historische ensceneringen. Dit is gewoon een lekker boek dat net als de tv-serie een mooi tableau neerzet van de Nederlandse geschiedenis. Het behandelt alle onvermijdelijke punten (de vermoorde graaf Floris V, prins Willem van Oranje, de Franse Tijd, Jodenvervolging in 40-45, enzovoorts), maar gelukkig ook minder traditionele verhalen. Zoals de armoe die vrijwel alle eeuwen teisterde.

En fijn zijn ook de biografietjes van belangrijke vrouwen, zoals de religieuze leider Salome Sticken in de vijftiende eeuw, de achttiende-eeuwse schrijvers Betje Wolff en Aagje Deken en natuurlijk de daadkrachtige feministe Aletta Jacobs, die eind negentiende eeuw als eerste vrouw afstudeerde aan een Nederlandse universiteit. Met veel handige kaders en overzichtelijke tijdbalken is het boek geschikt als eerste kennismaking met de geschiedenis van Nederland, maar ook om oude kennis op te halen.

Het is vlot geschreven door de romancier en journalist Florence Tonk (met medewerking van Louise Koopman) op basis van de research die verricht werd voor de tv-serie. De nadruk ligt wel veel op de donkere kant van de geschiedenis: de corrupte regenten, de armoe, de slavernij en de ellende van de oorlogen. Soms lijkt die neiging iets te ver doorgezet. Natuurlijk was de zeventiende-eeuwse Republiek een oorlogsmachine, maar of die dure Tachtigjarige Oorlog tegen Spanje nu echt zo veel geld opleverde, lijkt me de vraag. Het meeste geld in Holland werd nog altijd verdiend met de vreedzame graan- en houthandel op de Oostzee (waarvoor, oké, ook wel eens Kopenhagen moest worden aangevallen).

Jammer is dat het mooi geïllustreerde boek veel slordigheden in de tekst heeft. Haastwerk, vermoed ik, want één extra correctieronde door een paar vakhistorici en de meeste waren er wel uitgehaald. Want de Frankische taal is niet ‘verwant aan het Latijn’, sterker nog: van alle talen lijkt het Nederlands nu nog het meest op dat oude Frankisch. En tijdens de pestepidemie van de veertiende eeuw was de sterfte onder Joden ook echt niet lager dan onder andere bevolkingsgroepen, en dat niet-bestaande feit kan dus ook niet in verband staan met het rauwe antisemitisme dat toen oplaaide. Evenmin had Spanje in de zestiende eeuw een grote Joodse en islamitische minderheid – een pijnlijke fout, omdat die al in 1492 allemaal het land uit waren gezet of zich noodgedwongen hadden laten bekeren.

Aan de andere kant is de hoeveelheid details en kleine feiten echt prijzenswaardig. Die zetten je ook aan het denken. Neem het fascinerende en gruwelijke gegeven dat er in de zeventiende eeuw elk jaar zo’n 6.000 à 7.000 nieuwe zeelieden nodig waren om de sterfte op de schepen te compenseren. Zes- à zevenduizend! Of dat er op een totale bevolking van vier miljoen in de zeventig jaar na 1584 ongeveer 150.000 vluchtelingen uit de zuidelijke Nederlanden naar het noorden kwamen. Dat zijn er gemiddeld amper tweeduizend per jaar. Maar goed, die bleven dus wel leven.”

Lezing over Het Verhaal van Nederland

Bij Boekhandel Broekhuis in Deventer gaf ik in mei 2022 een lezing over het boek bij de serie Het verhaal van Nederland. Iedereen uit het publiek had de televisieserie uiteraard gezien en kwam nu ook het boek kopen, gesigneerd.

Omdat ik in Deventer was, en hoofdstuk 5 over de late Middeleeuwen zich deels in deze Hanzestad afspeelt, heb ik daar de lezing op toegespitst. Met onder meer aandacht voor de Moderne Devotie, Geert Grote, Salomé Sticken, Karel de Vijfde en de pestpandemie.

Wie interesse heeft in een lezing over dit boek kan contact opnemen met Dorine Holman of de Schrijverscentrale.

Mijn lezing bij Boekhandel Broekhuis in Deventer

 

Een gedicht voor de OBA, voor Oekraïne

In 2010 verscheen mijn romandebuut Blijf bij Ons, een boek over Oekraïne. Gebaseerd op ruim een jaar wonen en research in dat land. Bij mijn weten was het misschien wel de eerste Nederlandse roman over Oekraïne. Zo kwam de Openbare Bibliotheek Amsterdam bij mij terecht. Ze vroegen me een gedicht te schrijven voor Oekraïne. Het is te lezen op beeldschermen in de bibliotheek en op een ansichtkaart. Op die manier wilde de bibliotheek haar solidariteit tonen met het land, maar ook met de vele vluchtelingen die naar ons land komen. Voor degenen die in Amsterdam en omstreken terecht zijn gekomen heeft de OBA een speciaal programma gemaakt ter ondersteuning.

Het was een mooie opdracht. Het honorarium schonk ik aan mijn vrienden in het Oekraïense dorp waar ik veel tijd doorbracht in 2006 en 2007, en waar het fictieve dorp ‘Zagoeblene’ uit mijn roman op is gebaseerd. Die dorpsnaam werd me aangereikt door mijn vriendin Olena, daar geboren en getogen. Zagoeblene is Oekraiëns voor ‘verdwenen in de tijd en de geschiedenis.’ En met deze verschrikkelijke oorlog is het daadwerkelijk verdwenen in de tijd. Het echte dorp van Olena is meegesleurd in de geschiedenis, zoals dat al zo vaak gebeurde met Oekraïne. In het echte dorp worden door Olena en haar moeder Svetlana voedzame maaltijden in wekflessen ingemaakt voor Oekraïense soldaten. Er worden camouflagenetten geweven en vluchtelingen uit het oosten opgevangen. Het normale leven lijkt er stilgevallen. Ik hoop maar dat ze veilig blijven, mijn lieve vrienden, in hun speldenprikje op de kaart van dat mooie, uitgestrekte land met haar moedige, humorvolle, gastvrije en poëtische bewoners.

Het verhaal van Nederland, het boek bij de serie

Op 2 februari verscheen Het verhaal van Nederland, het boek dat ik maakte bij de populaire geschiedenisserie op NPO1, gepresenteerd door Daan Schuurmans. Tijdens het schrijven werkte ik samen met de geweldige eindredacteur en researcher van de serie Hasan Evrengün. De inhoudelijke lijn van de serie vormde mijn leidraad, net als de vele interviews met experts zoals historici, curatoren en archeologen. Daar heb ik extra verdieping, onderbelichte vragen of groepen aan willen toevoegen. Ik heb het boek zo toegankelijk mogelijk willen maken, met veel beeld, beeldende taal, aanvullende uitleg en informatie in kaders en vaste rubrieken. Lezen over geschiedenis vanuit verwondering, nieuwsgierigheid, nuance en medemenselijkheid.

Athenaeum Boekhandel plaatste een leesfragment uit het hoofdstuk over de zeventiende eeuw.

Hoofdstuk 7 waarvan een leesfragment te vinden is op de website van Athenaeum Boekhandel.

 

De opening van hoofdstuk 8, over het einde van de achttiende eeuw, een tijd van revolutie, oorlogen en grote maatschappelijke onvrede.

Recensie Awater: “een uitweg in de natuur”

Een mooie aandachtige lezing van Half heel door Anne van den Dool in Awater: “Hier blijkt toch de winst van de verbeeldingskracht, die je kunt gebruiken om jezelf, en de wereld om je heen op hun best voor te stellen.”

Wooncrisis — essay in NRC

Esther Naomi Perquin en ik schreven samen voor NRC een essay over de wooncrisis die ons beide raakt(e). Omdat we in het publieke debat de wezenlijke, menselijke aspecten van deze crisis onvoldoende terughoorden, gingen we te rade bij de poëzie.

 

Wiegelied voor de stad op poster

Hij stond in 2019 in NRC en is nu op een poster beland, het gedicht ’Wiegelied voor de stad‘.  Het was een idee van dichter/boekhandelaar Joost Baars om dit gedicht op posterformaat af te drukken. Omdat het actueler dan ooit is nu de stad  uit haar coronasluimer is ontwaakt en iedereen weer als vanouds door de straten jakkert, in wat lijkt op een strijd om ruimte, succes en wie druk-drukker-drukst is.

 

Boekverkopersrecensie

Joost Baars, zelf begenadigd dichter, werkt ook bij Atheneum Boekhandel van Rossum in Amsterdam en schreef een mooie kleine wikkelrecensie voor om Half heel.

“Mooie bundel waar tuin- en natuurlyriek en politiek samenkomen in verrassend heldere, muzikale en kwetsbare gedichten.”

 

Recensie Ons Erfdeel: “harde, krachtige beelden”

Het Vlaams-Nederlandse tijdschrift Ons Erfdeel publiceerde een uitgebreide recensie van Half heel in het licht van de twee eerder verschenen dichtbundels Anders komen de wolven (2006) en Rijgen (2013). Liefhebbers van dit eerdere werk kunnen volgens de recensent “hun hart ophalen met Half heel.”

Nog een citaat: “Met gedichten die barsten van slim geplaatste assonanties en alliteraties heeft het hardop lezen van Half heel een enorme meerwaarde (…) Naast ritmisch en muzikaal is Tonks schrijfstijl is vooral heel eerlijk. Dat levert veel harde, krachtige beelden op.”

Taal als basis van het bestaan

In een aandachtige recensie in Meander Magazine wordt het gedicht Pachtgrond’ uit Half Heel geciteerd. “Uit dit gedicht komt het strakke ritme naar voren dat Tonk hanteert, zoals ze ook rijkelijk gebruik maakt van alliteratie en assonantie. Taal hoort volgens haar tot de basis van het bestaan, net zoals grond en geheugen.”

De recensie sluit af met het gedicht ‘Is dit chocola’ en de volgende analyse: “De twijfelaars zijn verdraagzamer dan de profeten. Het doet denken aan Bloems gedicht Dichterschap: ‘Is dit genoeg: een stuk of wat gedichten, / Voor de rechtvaardiging van een bestaan, (…)’. Gelukkig heeft Tonk haar humor weten te behouden, maar de angst voor de toekomst delen we met haar.”

 

Podium op Zaterdag

Op zaterdag 3 juli was ik met drie gedichten uit ‘Half Heel’ te horen in het radioprogramma Podium op Zaterdag, met Wouter Pleijsier. Op radio 4, in het tweede uur. Het is online terug te luisteren. Vanaf ongeveer 1:19 uur start de introductie gevolgd door het eerste gedicht, ‘Ik ben grond’. Daarna meteen ‘Wiegelied voor de Stad’ en ‘Papa kachelpijp’.

Beuister het via deze link

De presentator van Podium op Zaterdag, Wouter Pleijsier, kwam naar de uitgeverij om mijn gedichten op te nemen. Daar zat ik ingeklemd tussen twee kartonnen Louis van Gaals (vanwege de geluidsdemping) voor zijn microfoon.

Half Heel

De nieuwe dichtbundel Half Heel verscheen eind mei 2021.

Uit de aanbiedingsbrochure van Uitgeverij Nieuw Amsterdam:

“In Half Heel wordt de liefde bezongen voor een kind, een geliefde, een stervende vader, zusjes, een lap grond aan de rand van de stad, voor de verbeelding. Dwars door die liefde schrijnt de pijn van verlies. Van diersoorten en tailles die verdwijnen, van een wegstervende 20e eeuw en de levens die zij voortbracht, van het verlangen naar volle aandacht voor de dingen. Meedogenloos, maar ook met humor en wijsheid dicht Florence Tonk de wereld aan elkaar. Een krachtige en unieke dichter op haar best.”

Recensies en reacties:

De derde dichtbundel van dichter, schrijver en journalist Florence Tonk getuigt weer van levenswijsheid en observatievermogen. ‘Alsof je het vernis dat ons verlijmt pas duldt als je er ook doorheen mag breken’. Krachtige, scherpe poëzie, vaak verhalend en ritmisch door het enjambement. ” M. Wittebols, NDB Biblion

Hier blijkt toch de winst van de verbeeldingskracht, die je kunt gebruiken om jezelf en de wereld om je heen op hun best voor te stellen. Te midden van de schoonheid en rust van de natuur ontstaat de mogelijkheid ‘op je hoofd te vertrouwen’ – een hoofd dat nog beter kan aarden door meer te lezen en dat meer verbeeldingskracht krijgt door poëzie.” Anne van den Dool, Awater

Naast ritmisch en muzikaal is Tonks schrijfstijl is vooral heel eerlijk. Dat levert veel harde, krachtige beelden op. […] Tonk neemt haar lezers (“een aldoor slinkend /krimpend, verstrooider groepje lezers”) mee in zowel haar pijnlijke als hoopvolle ontwikkelingen. Ontwikkelingen die we eerder al zagen ontstaan in Anders komen de wolven en Rijgen, en waar we hopelijk het laatste nog niet van hebben gehoord.” Lisa Rooijackers, Ons Erfdeel

“Uit dit werk klinkt een vrouwenstem die ik  eerder nergens hoorde of las in gedichten. Nee wacht! Dit werk stamt uit de school van Erika Dedinsky. Taal als oerkracht.” Anne Vegter

Omslagontwerp: Herman van Bostelen

Vertaalde poëzie bij ‘Ons Erfdeel’

Ons Erfdeel/The Low Countries liet vorig jaar een gedicht van mij vertalen naar het Engels door  poëzievertaler Paul Vincent. Zij kozen voor het gedicht ‘Een eigen oceaan’, dat ik eerder publiceerde in het Vlaamse poëzietijdschrift Het Liegend Konijn. Ik schreef het gedicht in 2018, in opdracht van het Nederlands Symfonie Project bij het Vierde Pianoconcert van Rachmaninov.

De vertaling werd gepubliceerd in vaste rubriek ‘Friday Verses’ op de website van Ons Erfdeel, waar ook de Nederlandse versie te lezen is.

An Ocean of its Own

I did not know I would be gone
forever when I left
when the century was almost over
in which jazz and a little later the two
of you were born, in the midst of
the murderous storm which in this corner
of the world, where I arrived,
would provide a few decades
of care, a conscience we could
not guarantee for long since
a new set of czars arose
new and different, yes, I call it evil,
and people are seduced again
they have forgotten the storm.

I left home as one does
could not know we wouldn’t be able
to talk anymore, that the two of you
were in fact already my children, that I would bear
a child of my very own, its eyes
yours, father, its love of summer fruit
yours, mother.
I went away. What lay between
us obtained its own measure,
an ocean of its own.

Wiegelied voor de stad in NRC

Het gedicht ‘Wiegelied voor de stad’ schreef ik al ruim een jaar geleden. Op zaterdag 12 oktober jl. stond het in de Amsterdambijlage van NRC. Een passende plek.