Oud peterseliewater

Twaalf jaar geleden schreef ik het gedicht ‘Oud peterseliewater’ (zie onder). Over de zoekmachine, dat venstertje waar je alles intypt wat je bezighoudt, van ‘rode vlekken met jeuk’ tot ‘vrijstaand huis aan rustige weg’.

Inmiddels levert de zoekterm ‘leeuwenkooien’ 30.200 resultaten op in plaats van 168. De algoritmen van Google leren voortdurend bij over leeuwenkooien, over ons. Er gaan verhalen rond over vrouwen die online advertenties voor zwangerschapstesten krijgen aangereikt voordat dat ze nog maar hebben bedacht dat ze misschien zwanger zijn.

Ik hoorde een wetenschapper onlangs zeggen dat de algoritmen binnenkort meer over ons weten dan wijzelf: wat we voelen, verlangen, hoe de rest van ons leven eruit zal zien. Want we blijven het beest voeden met onze vragen. Maar wat zullen bedrijven als Google en Facebook met al die kennis doen? In ieder geval wordt er stevig verdiend aan onze meest persoonlijke zoektochten, verhalen, contacten en diepste gedachten. Data brengen ons steeds beter in kaart en dat vind ik beklemmend.

Toch blijven er vragen, fenomenen, associaties waar het orakel geen antwoord op heeft. Zoals de geur uit een glas water waarin een bosje peterselie staat. Na een paar dagen ruikt het naar de kooien van grote katten in een dierentuin: penetrant.  Twaalf jaar geleden leidde die associatie tot dit gedicht. Ik hoopte, en dat doe ik nog altijd, dat er niet voor alles een antwoord is. Dat we ons blijven verwonderen en hierin vrij kunnen zijn. Dat ons leven en noodlot niet alleen meetbaar en voorspelbaar, maar ook wonderlijk, onverwacht, speels, raar, tragisch en mooi kunnen blijven.

Oud Peterseliewater

Google heeft een venster voor vragen
geeft 168 resultaten op ‘leeuwenkooien’
en ik wil zelf door het venster:
waarom is dit klein
donker, moe, af en toe walgend
soms ook blij
wat vindt de zoekmachine
over hen, mij en alle raadsels die
door onze dagen hangen als slingers
zonder aanleiding of feest

welke woorden steken ons uit
dit taaie deeg of tijd of leven; wat
moeten hongerige woordenzoekers geven
voor een antwoord op de vraag
of er iets overblijft als wij besluiten
niet langer naar elkaar te luisteren?

Oud peterseliewater ruikt
naar leeuwenkooien maar zoekacties hierover
kan Google niet bevredigend voltooien
ook krijgen we geen antwoord op de vraag
of vogels af en toe gaan vliegen
om te spelen en waarom veel van onze oude moeders
eigenlijk niemand hebben
om hun leven mee te delen

(Uit: Anders komen de wolven, Nieuw Amsterdam, 2006)